Permacultuur is een ontwerpsysteem, waarbij je je tuin verandert in een eetbaar ecosysteem:
Praktisch betekent dit:
- we spitten niet, daarmee sparen we het bodemleven.
- In plaats van het onkruid er met een schepje uit te steken en de aarde onbedekt achter te laten, trekken we het eventuele (on)kruid pas weg als het echt nodig is en leggen het dan op de aarde neer. Dat heet ook wel mulchen. De goede stoffen uit de plant verteren en komen weer terug in de aarde. De aarde is hiermee beschermd tegen uitdroging.
Veel onkruid is gewoon eetbaar (zevenblad, brandnetel). Sommige onkruiden dien je wel met wortel en al te verwijderen, zoals kweekgras. - Kies bij de beplanting zoveel mogelijk voor vaste planten (rabarber, aardbeien, kruiden, bessen) en kies planten die elkaar ondersteunen.
Eenjarige planten, zoals pompoen, sla, spinazie hebben iets meer zorg nodig. Geef hen de juiste plaats: de een juist wel in de zon, de ander gedijt beter in de schaduw. - Een paar favoriete elementen uit de permacultuur zijn de kruidenspiraal met eenvoudige vijver (kuip) en een verhoogd bed. Leuk om te zien en te maken.
- We gebruiken geen kunstmest en geen bestrijdingsmiddelen. Om het de plant naar de zin te maken, leert u wat hij nodig heeft en hoe u daar voor kan zorgen. Pompoen heeft bijvoorbeeld een voedzame bodem nodig; u kunt het plantgat dan vullen met compost, bokashi of op grond die u het jaar ervoor verrijkt heeft door bijvoorbeeld groenbemesters te planten. In de zomer kunt u zelfgemaakte gier van brandnetel of smeerwortel maken.
Zie ook de tuintips. - Meer lezen en vragen: